‘Geen schuldgevoel, maar happy door Beweegkuur in regio Midden’

"5 jaar geleden kreeg ik een virale hersenvliesontsteking. Daar hield ik uitval aan mijn linkerkant aan over. Ik kan soms moeilijk omgaan met prikkels. Vandaar dat ik graag de rust van de natuur opzoek. Ook ben ik vaak vermoeid. Dan begint mijn been te slepen. Of ik heb zo weinig kracht in mijn handen dat ik niets meer kan vastpakken. Er zijn dagen dat ik ‘s middags echt op bed moet rusten. Dat is niet altijd makkelijk, want ik heb een dochter van 7.

Mijn medisch dossier is inmiddels behoorlijk fors. Ik kreeg last van hartritmestoornissen en toen kwam er nog een tweede hersenvliesontsteking bovenop, waardoor ik ook rechts uitvalverschijnselen heb. Overgaan doet dat nooit, maar tijdens het revalideren leerde ik hoe ermee om te gaan. Ik moet goed luisteren naar mijn lichaam en op tijd rust nemen. Door mijn hartconditie kon ik niet meer sporten. Mijn dochtertje met de fiets naar school brengen, was al een te grote inspanning. Hele dagen zat ik thuis en de kilo's - na de eerste revalidatie was ik 22 kilo afgevallen - vlogen er even hard weer aan."

Meer spierpijn, dus effectief
"Uiteindelijk kwam het besefmoment: in mijn eentje red ik het niet; ik heb hulp nodig. Ik had gehoord van de Beweegkuur, onderdeel van de GLI, waarbij je 2 jaar lang wordt begeleid door een team van leefstijlcoaches, een diëtist en beweegprofessional. Ik vroeg mijn huisarts voor een verwijzing en zo kwam ik bij mijn leefstijlcoach terecht, die ook diëtist is. Ze stelde een voedingsplan op: meer eiwitten, meer eetmomentjes.

En ik kreeg een consult met een beweegprofessional. Die keek vooral naar mijn houding tijdens de oefeningen die ik vroeger in de sportschool deed. Op de vraag hoe vaak ik per week wilde trainen, zei ik: '5 keer'. 'Ho ho, stóp!', was de reactie. 'Hou het eerst maar lekker bij 2'. Een goed advies. Vroeger zei ik altijd: ik móet sporten. Maar leg je de lat zo hoog, dan kan het niet anders dan dat je teleurgesteld raakt. Ik moet er echt rekening mee houden dat mijn gezondheid niet optimaal is. Als het me nu lukt om 2 keer per week naar de sportschool te gaan, voel ik me niet meer schuldig, maar happy. Wat ik van mijn nieuwe trainingsschema merk? Meer spierpijn! Maar dat is het bewijs dat het effectief is."

Eindelijk weer perspectief
"Vooraf moest ik een scorelijst invullen om in kaart te brengen hoe ik me voelde - en dat was niet erg positief. Nu, na 2 maanden, merk ik al verschil. Ik voel me door de dag heen beter. En het feit dat ik weer perspectief heb, dat ik weet dat er dingen gaan veranderen, maakt een wereld van verschil. Voor de Beweegkuur moet ik een contract ondertekenen, er zelf energie in steken en groepsbijeenkomsten bijwonen. Dat laatste vind ik een beetje spannend, maar ik ben ook wel benieuwd naar tips van lotgenoten. En over 2 jaar? Dan weeg ik hopelijk rond de 63 kilo. Maar belangrijker: dat ik me fitter voel en lekkerder in mijn eigen vel zit. "

 

De behandelaar Herma Barnhoorn, directeur Een Plus Gezondheidscentrum Velp:  “Bij de GLI gaat het om meer dan fitheid en afvallen. Ziet de leefstijlcoach dat iemand bijvoorbeeld eenzaam is, dan kan hij een gesprek regelen met het wijkteam of buurtcentrum. Als iemand fit is én lekker in z’n vel zit, geeft dat een boost. Het voorkomt mentale en fysieke klachten. We maken mensen bewuster van de noodzaak van gezonde voeding en meer bewegen. We stimuleren mensen om zélf de regie te nemen en zélf keuzes te maken over wat gezond is en wat niet. Als iemand trek heeft en geen toffee pakt, maar een snoeptomaatje, dan is dat al een mooi begin van bewustwording.”

 

De zorgverzekeraar Christiaan Rademaker, regioregisseur Menzis:  “De totaalaanpak bij de GLI is uniek. Het gaat niet alleen om voeding; het gaat ook om bewegen en gedrag. Deelnemers worden 2 jaar lang begeleid. Dit verkleint de kans dat mensen weer terugvallen in hun oude ongezonde gedrag. Met de GLI helpen we mensen zo lang mogelijk gezond te blijven. Daarnaast ondersteunen wij mensen met een (risico op) ziekte om beter te worden of erger te voorkomen. Zo werken we aan het versterken van leefkracht, zodat deelnemers weer de dingen kunnen doen die voor hen belangrijk zijn.”