Door de vergrijzing en de wens om langer thuis te wonen, ook met zorg, neemt de behoefte aan wijkverpleging de komende jaren alleen maar toe. Om nu en in de toekomst over voldoende deskundig personeel te beschikken, is het van belang dat er ook in het zorginkoopbeleid van zorgverzekeraars toenemende aandacht besteed wordt aan de personeelsproblematiek.
Menzis krijgt verzoeken voor het inzetten van een lager deskundigheidsniveau (helpende Zorg en Welzijn) in de wijkverpleging en daarvoor haar inkoopvoorwaarden te wijzigingen. Wij blijven echter bij het standpunt dat Verpleging en Verzorging in de Zvw zoals wijkverpleegkundigen die plegen te bieden in verband met geneeskundige zorg, niet het domein is van de helpende.
Uit de Nota van Toelichting bij het besluit van 15 oktober 2014 (stb. 2014, 417), blijkt het volgende:
“In het nieuwe artikel 2.10 van het Bzv is de verpleging en verzorging omschreven als zorg zoals verpleegkundigen die plegen te bieden. Net als bij de andere bepalingen in het Bzv is met de formulering «plegen te bieden» met daaraan gekoppeld de aanduiding van een beroepsgroep, de inhoud en omvang van de zorg nader bepaald. De term «plegen te bieden» wordt ingevuld met de toepassing van artikel 2.1, tweede lid, van het Bzv. Het vermelden van de beroepsgroep «verpleegkundigen» kadert slechts de inhoud en omvang van de zorg in. Deze omschrijving introduceert niet de verpleegkundige als enige functionaris die verpleging of verzorging mag verlenen. De term «plegen te bieden» regelt dus niet dat zij uitsluitend de beroepsbeoefenaren zijn die de zorg voor rekening van de zorgverzekering kunnen verlenen. Het concretiseert slechts het domein van de zorg waarop de prestatie betrekking heeft. Verzorgende handelingen maken integraal onderdeel uit van de verpleegkundige zorg en kunnen ook door andere beroepsbeoefenaren geleverd worden, zoals de verzorgende. Het deskundigheidsgebied van zowel de verzorgende individuele gezondheidszorg als dat van de verpleegkundige is in het kader van de Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg omschreven. Het is aan de zorgverzekeraar om te bepalen «wie» de zorg voor rekening van de zorgverzekering mag leveren. Hij specificeert dat in zijn polis. Het is aan de verzekerde om te kiezen met welke zorgverzekeraar hij een zorgverzekering afsluit en voor welke polis hij kiest.”
Gelet hierop is het dus aan de verzekeraar te bepalen wie de zorg voor rekening van de zorgverzekering mag leveren. Menzis heeft meteen bij de transitie van de AWBZ naar de Zvw de visie gehad dat voor het leveren van Verpleging en verzorging zoals verpleegkundigen die plegen te bieden in verband met geneeskundige zorg (medische diagnose) een minimale bevoegdheid en bekwaamheid nodig is om de kwaliteit van deze zorg aan onze verzekerden te waarborgen. Menzis sluit hierbij aan bij hetgeen in de Nota van Toelichting is verwoord namelijk dat de zorg moet geleverd worden door medewerkers die bevoegd zijn conform de Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg (wet BIG). Dit zijn verpleegkundigen (cf. Art. 3 Wet BIG) en verzorgenden (art. 34 Wet BIG). Hier geldt dat het gaat om verzorgenden met een IG-aantekening. Menzis heeft dit in haar polisvoorwaarden verruimt voor alle verzorgenden niveau 3. De reden hiervoor is dat wijkverpleging die nodig is vanwege een medische diagnose een bredere kennis en kunde vereist. Ook omdat de zorg thuis steeds complexer lijkt te worden, ligt de inzet van het niveau van helpende Zorg en Welzijn niet meteen voor de hand.
Echter om tegemoet te komen aan de oproep van de branchepartijen in de wijkverpleging willen wij onder voorwaarden het gesprek aangaan over de inzet van helpenden Zorg en Welzijn.
We wijzigingen daarvoor niets in de polisvoorwaarden of inkoopvoorwaarden. Onze inkoopvoorwaarden (minimumeis 3) geven de mogelijkheid om in overleg met uw zorginkoper een helpende Zorg en Welzijn in te zetten indien er voldoende bevoegde en bekwame HBO en MBO verpleegkundigen en verzorgenden (minimaal niveau 3) aanwezig zijn.
Voorwaarde om als aanbieder het gesprek hierover aan te kunnen gaan met de zorginkoper is dat de aanbieder voldoet aan de minimum en uitvoeringseisen cf het zorginkoopbeleid Wijkverpleging. (oftewel de aanbieder heeft een contract met Menzis).
Aanvullend levert de aanbieder een analyse aan waarin is opgenomen:
- de huidige problematiek waardoor inzet van een helpende Zorg en Welzijn nodig is. Daarbij is duidelijk gemaakt dat en hoe er al gebruik is gemaakt van ander mogelijkheden om de problematiek te benaderen zoals onder andere de implementatie van technologie en hulpmiddelen, samenwerking in de wijk met andere partijen;
- de cliëntopbouw in de organisatie. Onder andere overzicht doelgroepen, complexiteit, uren en kosten per klant (doelmatigheid), zorgduur per klant;
- de teamsamenstelling waarin opgenomen aantal en fte hbo- en mbo-verpleegkundigen en verzorgenden niveau 3;
- beschrijving voor welke werkzaamheden en handelingen en in welke situaties de helpende Zorg en Welzijn wordt ingezet;
- hoe de kwaliteit van de zorg uitgevoerd door de helpende Zorg en Welzijn aantoonbaar geborgd wordt (bevoegd- en bekwaamheid);
- hoe de eindverantwoordelijkheid is geregeld met de hbo-wijkverpleegkundige in loondienst.
Eventuele afspraken over de inzet van een helpende Zorg en Welzijn worden op maat gemaakt en schriftelijk vastgelegd voor de individuele aanbieder in een addendum als bijlage bij het contract.
Contractafspraken én afspraken vastgelegd in het addendum zijn uitgangspunten bij een eventuele materiële controle. Alleen de inzet van een helpende Zorg en Welzijn conform het addendum wordt daarbij gehonoreerd. Indien deze inzet niet in een addendum is vastgelegd, of indien meer zorg door helpenden Zorg en Welzijn is ingezet dan in het addendum was overeengekomen, kan dit leiden tot een terugvordering van onrechtmatig betaalde declaraties.