Thematisch aandachtspunt
Antistollingszorg : verantwoorde antistollingszorg in de eerste lijn
De afgelopen tien jaar zijn meerdere Directe Orale Anticoagulantia (DOAC’s) beschikbaar gekomen die bij veel indicaties een vergelijkbare effectiviteit als de Vitamine K antagonisten (VKA’s) laten zien. Door de introductie van deze DOAC’s kan de patiënt met Atriumfibrilleren of veneuze trombo-embolie tegenwoordig veilig behandeld worden zonder de noodzaak van frequente (INR) controle. Ze hebben vaak een gunstiger risicoprofiel voor wat betreft ernstige bloedingen. Voor sommige indicaties gelden de DOAC’s daarom als middel van eerste keuze (richtlijn van cardiologen) of worden als gelijkwaardig aan VKA’s gezien (richtlijnen van internisten en huisartsen). Menzis is enthousiast over de transitie naar DOAC mits de juiste afwegingen omtrent therapietrouw en gezondheid van de patiënt worden gemaakt.
Waar nu de trombosedienst traditioneel de patiënten met VKA’s begeleidt en de voorschrijvend specialist de patiënten die een DOAC gebruiken, mogen ook huisartsen een DOAC voorschrijven of patiënten begeleiden die VKA gebruiken. Deze ontwikkeling brengt wel het risico met zich mee van versnippering, zowel in overzicht, kwaliteit als kennis. Cruciale aandachtspunten zijn daarom: afstemmen van protocollen en richtlijnen tussen de betrokken zorgverleners, bewaken van het gebruik van deze medicatie, therapietrouw, een vast aanspreekpunt voor zorgverleners en patiënten en het beschikbaar blijven van de jarenlange opgebouwde kennis en kunde.Ons doel is: Het behouden en versterken van de regionale antistollingszorg in de regio met behandeling in de 1ste lijn waar kan en in de 2de en 3de lijn waar nodig.