De oogzorg in het Noorden staat onder druk. De wachttijden voor patiënten zijn hoog en zullen steeds meer toenemen. Dit komt door een tekort aan behandelaren en een toenemende zorgvraag. Menzis en Zilveren Kruis organiseerden daarom op 13 november jl. een werkbijeenkomst voor noordelijke oogartsen, huisartsen, optometristen en andere betrokkenen, waaronder de patiëntenorganisatie de Oogvereniging.
Doel van de bijeenkomst: gezamenlijk de problemen rond de wachttijden van de ziekenhuizen aanpakken. Een kleine dertig professionals uit de regio gingen in gesprek om de bestaande en dreigende problemen op te lossen.
UMCG: Vergroting opleidingscapaciteit nodig
De bijeenkomst begon met een drietal presentaties. Prof. Dr. Nomdo Jansonius, hoogleraar Oogheelkunde bij het UMCG vatte het probleem bondig samen: door de toenemende vergrijzing stijgt de vraag naar oogheelkundige zorg, met in 2040 een verdubbeling van de huidige vraag. Het UMCG kan niet meer functioneren als buffer voor de groei in de tweede lijn omdat deze de derdelijnszorg dan verdringt. Oplossingen voor het probleem in de tweede lijn zullen daar moeten worden gevonden, daarnaast pleit hij voor het vergroten van de opleidingscapaciteit.
OZG: Taakherschikking
Tijdens haar presentatie legde Ryanne de Jong, oogarts bij het OZG, uit hoe taakherschikking kan helpen om de druk bij de tweede lijn te laten afnemen. Taakherschikking betekent dat in dit geval de physician assistant, de orthoptist en de optometrist een aantal taken van de specialist overnemen. Zo hebben ze bijvoorbeeld hun eigen spreekuur in het OZG. Daar komt bij dat het OZG verwacht dat door de samenwerking met het UMCG het voor personeel aantrekkelijker wordt om naar Scheemda te komen. De verwachting is dan ook dat door deze maatregelen de wachttijden teruggedrongen zullen worden.
THOON: Meer oog voor kansen
De eerstelijnszorggroep THOON uit Twente is medio 2017 begonnen met een project dat nu al een forse impact heeft op de toestroom naar de tweede lijn. Bij het project Meer oog voor kansen doet de huisarts het eerste onderzoek bij een patiënt met een oogheelkundige klacht en werkt samen met een optometrist. De huisarts maakt de keuze of het wel of geen spoedgeval is en verwijst de patiënt door naar een optometrist of oogarts, of behandelt de patiënt zelf. Deze selectie zorgt er voor dat de patiënt niet onnodig naar de tweede lijn wordt doorgestuurd.
De resultaten zijn bemoedigend: 88 procent van de bijna 1.900 patiënten, die werden doorverwezen naar een optometrist, werden binnen twee weken behandeld. Twintig procent daarvan werd alsnog doorverwezen naar het Medisch Spectrum Twente (MST). Het overgrote deel hoefde dus niet doorverwezen te worden naar de tweede lijn. In de oude situatie kwamen al deze patiënten op de wachtlijst van de oogarts terecht. Zowel de patiënten, optometristen, huisartsen als de oogartsen zijn tevreden over hoe het project verloopt. De patiënten kunnen snel en dichtbij in de eerste lijn worden behandeld en de oogartsen krijgen de juiste patiënten verwezen.
Aan de slag
Na de presentaties gingen de aanwezigen met elkaar in gesprek over mogelijke oplossingen op het gebied van twee thema’s: hoe kan de zorg in de tweede lijn slimmer worden georganiseerd en hoe zorgen we ervoor dat de juiste patiënten naar de tweede lijn worden verwezen. Er werden een groot aantal oplossingen bedacht, die verdere uitwerking nodig hebben, en er werden concrete afspraken gemaakt welke vervolgstappen nodig zijn om van goede ideeën en voornemens naar realisatie te komen. Het project Meer oog voor kansen uit Twente was voor de deelnemers een goed voorbeeld van hoe de wachttijden in de oogzorg kunnen worden teruggedrongen. Onderzocht wordt hoe de oplossingen die daar zijn gevonden, ook in het noorden van Nederland kunnen wordn geïmplementeerd.
Faciliteren
Menzis en Zilveren Kruis willen, daar waar nodig en gewenst, deze bijeenkomst blijven faciliteren om de deelnemers in de gelegenheid te stellen van elkaar te blijven leren.