Menzis helpt de zorg te verbeteren. Door afspraken te maken – voor meerdere jaren, van 2018 tot 2023 – over kwaliteit, vernieuwing en betaalbaarheid van de zorg. We praten erover met het Martini Ziekenhuis en het Universitair Medisch Centrum Groningen. “Zo kunnen we echt innoveren”.
Annette van der Velden is internist-oncoloog in het Borstcentrum van het Martini Ziekenhuis (Groningen). Daar worden zo’n 350 van de 14.000 Nederlandse mannen en vrouwen met borstkanker behandeld. Inderdaad, ook mannen kunnen deze ziekte krijgen (ook zij hebben immers borstklierweefsel), maar dan vaak door erfelijke afwijkingen. Het Martini Borstcentrum – dat in het noorden van Nederland geldt als het grootste en beste in zijn soort –levert hoogwaardige zorg. Hierover zijn afspraken gemaakt met Menzis. Annette: “Om efficiënt werken en zorg op maat mogelijk te maken, hebben we de patiënten opgedeeld in drie groepen. De eerste groep zien we alleen voor het maken van een borstfoto op verzoek van de huisarts. Een klein deel daarvan verwijst de huisarts, na het bespreken van de foto, alsnog voor nader onderzoek. De tweede groep ziet, als dat noodzakelijk blijkt, direct na de borstfoto een specialist in het ziekenhuis – een nieuwe afspraak is niet nodig. Bij de derde groep is de verdenking van een tumor groter en verwijst de huisarts direct naar onze chirurg.”
Patiënt heeft één aanspreekpunt
Annette noemt de voordelen van deze ‘gescheiden groepen patiënten’: “De eerste groep krijgt alleen onderzoek en bespreekt de uitslagen met de huisarts. Zo houd je de zorg zo veel mogelijk in één hand, bij de huisarts dus. Met deze aanpak wordt onnodige zorg in het Borstcentrum voorkomen. Dat is prettig voor de patiënt en voorkomt daarnaast onnodige kosten.” De drie patiëntgroepen komen elkaar niet tegen in het Borstcentrum, elke groep heeft z’n eigen wachtkamer en krijgt specifieke aandacht en informatie. Dat wordt gewaardeerd. Zoals patiënten het ook prettig vinden dat in het Borstcentrum de belangrijkste specialismen zijn ondergebracht én samenwerken. Annette: “Foto’s maken kan op het Borstcentrum. Daar zitten ook de chirurg, psycholoog, internist-oncoloog, geriater, radioloog en regieverpleegkundige. Die laatste is hét aanspreekpunt voor de patiënt in het hele behandeltraject.”
‘Ik heb nog een hele bos haar!’
“Ik zie steeds dezelfde verpleegkundige, chirurg, radioloog en internist-oncoloog. Dat zijn de mensen die ik nodig heb, met hen heb ik regelmatig gesprekken. Dat ik zo’n team om me heen heb, geeft een fijn gevoel. Ze helpen me, denken met mee mee. Ik gaf bijvoorbeeld aan dat ik een borstsparende operatie wilde, zo is het ook gegaan. Er is veel kennis in het Borstcentrum. Neem de hoofdhuidkoeler die mijn haar bevroor en een paar uur op moest – daardoor heb ik nog m’n volledige bos! Ze houden rekening met mijn wensen en vertellen wat ik kan verwachten. Hoe anders ging dat bij mijn zus die ook borstkanker heeft, en in een ander ziekenhuis is behandeld. Geen hoofdhuidkoeler en minder duidelijke uitleg.”
Edith Noorlag-Schoemaker (59)
Stadskanaal
|
Regionaal hartcentrum
Menzis maakte ook afspraken over de opzet van HartNet. Dit netwerk van ziekenhuizen voor hartzorg in de provincies Groningen en Drenthe wordt vanaf de zomer 2018 geleidelijk opgebouwd. Wie ermee doen? Naast het Academisch Medisch Centrum Groningen (UMCG) zijn dat in elk geval het Martini Ziekenhuis (MZH), Ommelander Ziekenhuis Groningen (OZG) en het Wilhelmina Ziekenhuis Assen (WZA). HartNet is een trendbreuk in vergelijking met pakweg tien jaar geleden, toen ziekenhuizen nog werden geacht elkaar te beconcurreren. Dan zou de zorg wel beter worden, was de gedachte. Met Hartnet gaat het juist om samenwerken en verdelen van taken. De juiste zorg op de juiste plek.
Dichtbij, goed en goedkoop
Waarom HartNet? Michiel Rienstra (chef de clinique Cardiologie van het UMCG): “We willen in de regio nog betere zorg leveren voor patiënten met hartproblemen – dichtbij huis als dat kan, verder weg als dat nodig is, goedkoper en beter. Ik ben blij met de meerjarenafspraken die we maakten met verzekeraars als Menzis. Die geven ons de ruimte plannen te maken voor de langere termijn. Zo kunnen we écht iets neerzetten: alle zorg in de regio goed op elkaar afstemmen, goede afspraken maken over welk ziekenhuis wat doet en zo hoogwaardige hartzorg bieden.” Evert Jan Beens (Manager Thoraxcentrum) vult aan: “De meerjarenafspraken geven ziekenhuizen meer tijd, zo kunnen ze écht innoveren. Dat is winst voor patiënten, die krijgen zo betere zorg.”
Snel naar de cardioloog
Hoe werkt HartNet in de praktijk? De patiënt met hartklachten komt eerst bij zijn huisarts. Ziet die redenen om zijn patiënt door te verwijzen, dan kiest hij voor een ziekenhuis dichtbij, waar de patiënt snel wordt gezien door een cardioloog. Blijkt de klacht complex, dan wordt de patiënt doorverwezen naar het gespecialiseerde academisch ziekenhuis UMCG. Michiel Rienstra: “Wij zijn goed in het behandelen van complexe hartaandoeningen, andere ziekenhuizen binnen HartNet hebben weer andere kwaliteiten. Door de zorg van huisarts naar ziekenhuis in onze regio op elkaar af te stemmen, kunnen we de kwaliteit nog verder verhogen. En kunnen we het betaalbaar houden, zodat we ook over tien jaar nog goede hartzorg kunnen aanbieden.”