Een nieuwe aanpak voor mensen met een psychiatrische stoornis: door de cliënt zelf te vragen wat voor hem belangrijk is, wordt de zorg persoonlijker. Ambulante teams van de GGZ-organisaties in de wijk en van de gemeente Groningen werken hierbij nauw samen. Menzis en de gemeente financieren het initiatief en verwachten deze aanpak ook in andere wijken in te zetten.
Samen voor herstel
Lentis, WIJ Groningen en Verslavingszorg Noord-Nederland zijn betrokken bij het project 'Samen voor herstel'. Zij kijken naar de effecten in het dagelijks leven van iemand met een ernstige psychiatrische aandoening, wat daaraan te doen is en hoe deelname aan de maatschappij hersteld en versterkt kan worden. Daarbij krijgt zijn omgeving nadrukkelijk een rol. Geeske van der Weerd (verpleegkundig specialist bij Lentis) wijst cliënten hun weg naar herstel. “We brengen eerst in kaart hoe de cliënt ervoor staat. Vervolgens formuleert hij zelf zijn doelen en zet hij op papier hoe hij die wil bereiken en wie hij daarvoor nodig heeft. De kern van de nieuwe aanpak is dat de cliënt zelf de regie houdt, met hulp van familie, vriend, buurman, sportgenoot, leraar, wijkcoach, psycholoog of jobcoach bijvoorbeeld.”
Zelfredzaam
De cliënt bepaalt zélf wat hij het belangrijkste vindt om aan te werken en kiest wie (naasten/zorgprofessionals/familie/bekenden) hem daarbij ondersteunt. Ook als het even lastig wordt. Deze mensen maken samen met de cliënt afspraken over wat hem helpt en welke doelen hij heeft. Geeske: “Helemaal geen professionele hulpverleners in de steungroep, maar liefst alleen vrienden en familie? Ook goed. Die kunnen dan vroege tekenen van een terugval herkennen en professionele hulpverleners vervolgens informeren. Het gaat erom dat we mensen zelfredzaam maken, dat ze zelf de regie over hun leven nemen. We voorkomen dus dat professionele zorgverleners de cliënt alles uit handen nemen.”
‘Gezonde doelen’
Een voorbeeld: Geeske begeleidt een jongen die psychotisch is en daardoor zijn studie niet kon afmaken. Hij wil ‘iets doen met hout’ en hiervoor een opleiding volgen: “Wij zeggen dan: 'We gaan je helpen met die opleiding.' En we snappen dat die moeilijk te doen is, als je psychotisch wordt. Daarom kijken we samen hoe we dat kunnen voorkomen, bijvoorbeeld door trouw de juiste medicatie in te nemen. We hebben de jongen in contact gebracht met een andere cliënt die al zo’n opleiding doet, zodat hij een paar dagen kan meelopen.” Geeske zegt dat voorheen de behandeling van mensen met een psychische aandoening vooral gericht was op de ziekte. “Grofweg zeiden we dan: 'Jij bent psychotisch, hier zijn je pillen en praat met een psycholoog.' Nu zijn we vooral bezig met gezonde doelen voor studie, werk, relaties en zingeving.”
‘Wat wil ik met mijn leven?’
Deze nieuwe aanpak is gestart in 2017. Ziet Geeske al resultaat? “Zeker, het helpt mensen om minder met hun ziekte bezig te zijn en om antwoorden te vinden op de vraag ‘wat wil ik met mijn leven?’. Het laat hen zien dat ze zélf veel kunnen bereiken met hulp van naasten, en niet alleen maar afhankelijk zijn van hulpverleners. Als de cliënt goed communiceert met de steungroep, verloopt de samenwerking beter. Professionele hulpverlening, is dan minder nodig. Kortom, cliënten leren zelfstandig te worden en met hun problemen aan de slag te gaan.”
Zelf beslissen
Mark Jongbloed, manager bij WIJ, zegt dat elk lid van de steungroep z’n rol kent in het herstelplan: “Dit voorkomt dubbele behandelingen. We willen dat bewoners gebruikmaken van hun talenten en sterke kanten, en dat ze hun eigen beslissingen nemen.” Mark spreekt liever over ‘bewoners’. Niet over ‘cliënten’, omdat dit woord in zijn ogen de afhankelijkheid van de professionele hulpverleners weerspiegelt.
Grenzen aangeven
De steungroep kijkt samen met de bewoner wat hij aankan. Zo ontstaat er balans tussen wat iemand aankan (draagkracht) en wat er op hem afkomt (draaglast). Mark: “De bewoner leert ook zijn grenzen aangeven en kan zijn doelen afstemmen op die grenzen. We willen de bewoner zo stevig mogelijk op eigen benen laten staan, met mensen om hem heen waarop hij kan terugvallen als het even wat minder gaat. Maar ook als het goed gaat is die steungroep in beeld. De steungroep ziet óók de mooie momenten, en dat werkt preventief. Dit betekent dat professionele hulpverleners pas worden ingezet als ze ook echt nodig zijn.”
Wanneer spreek je van psychiatrische stoornis?
• cliënt heeft zorg nodig;
• cliënt wordt beperkt in zijn sociaal en/of maatschappelijk functioneren;
• die beperking is het gevolg van de psychiatrische stoornis;
• de klachten zijn langdurig, ten minste enkele jaren;
• voorbeelden: schizofrenie, psychose, persoonlijkheidsstoornis, druggebruik, alcoholmisbruik, depressie, angst.
|
‘Blij met mijn steungroep’
“Ik raakte depressief en zonder werk. Ik ben blij met mijn steungroep, met daarin een maatschappelijk werker, psycholoog en persoonlijk begeleider. M’n zwager zit er ook in. We komen geregeld bij elkaar, minimaal vier keer per jaar. Wat zo goed is: ze werken samen, weten hoe het met me gaat, zitten allemaal op één lijn. En ze werken allemaal vanuit hetzelfde behandelplan. Daar staat bijvoorbeeld in dat ik meer onder de mensen moet komen, maar als iemand nors tegen me doet, sla ik dicht. Dat weten de mensen uit de steungroep. De psycholoog praat er dan met me over. En iemand van begeleid wonen komt me regelmatig even opzoeken. Fijn die aandacht, ik ga vooruit.”
Klaas Houwen (55)
Groningen |