Een samenwerking tussen zorgaanbieder Stichting Philadelphia Zorg en Menzis, zorgt ervoor dat het contracteringsproces eenvoudiger wordt en er geen ballast meer is door onnodige regelgeving.
Daarmee staat de zorgvraag van de klant centraal, wordt vernieuwing gestimuleerd en worden administratieve lasten verlaagd.
Joris van Eijck, directeur Zorg bij Menzis en Greet Prins, ondertekenden op 16 april 2018 het convenant. “Doen is daadwerkelijk het nieuwe denken”.
De vraag binnen de langdurige zorg voor mensen met een verstandelijke beperking is relatief voorspelbaar en stabiel. Om die reden zijn Menzis en Philadelphia de samenwerking aangegaan tot en met 2020. Dit is het moment waarop de door de NZa afgegeven concessie aan de zorgkantoren eindigt. Menzis en Philadelphia hebben deze samenwerking gebaseerd op wederzijds vertrouwen. Concreet betekent dit dat Philadelphia zich enkel verantwoordt op kwaliteit, regionale ruimte krijgt voor innovatie en volledige persoonsvolgende bekostiging kan doorvoeren. In de samenwerking worden financiële processen vereenvoudigd en ligt de focus op een verlaging van de administratieve werkzaamheden.
Wat levert het op?
Deze belangrijke stap in de samenwerking bewijst dat het proces van zorgcontractering slimmer kan, dus met minder regelgeving en minder bureaucratie. Bas Bodzinga, directeur Klantbelang Philadelphia: “Dankzij het vertrouwen dat wij krijgen van zowel Menzis als de NZa staat de kwaliteit voor de klant echt centraal. Het zou mooi zijn als Philadelphia in de toekomst met alle zorgkantoren op deze manier kan samenwerken. Dat zou een flinke besparing in kosten en administratieve regeldruk opleveren.”
De volledig persoonsvolgende bekostiging wordt nu nog doorkruist door een moment van herschikking, een achterhaald en overbodig proces volgens beide partners. Er is dan ook overeengekomen om geen herschikking meer uit te voeren. Verbeterplannen werden voorheen opgesteld op basis van door het zorgkantoor vastgestelde thematiek. Menzis en Philadelphia spreken nu af dat gerichte verbeterplannen gebaseerd worden op het jaarlijkse kwaliteitsrapport. Daarmee zijn ze vanaf nu primair toegespitst op de cliënt.
Regionale regelruimte biedt kansen voor innovatie
In de oorspronkelijke situatie moet iedere euro, vooraf verantwoord en toewijsbaar zijn aan de individuele prestatie die wordt geleverd aan de cliënt. Dat maakt het lastig om geld aan te vragen voor bijvoorbeeld zaken als innovatie. Een innovatie levert immers kwaliteitsverbetering op voor een groep cliënten en kan daarmee niet op een individu geprojecteerd worden. “Dankzij het ingevoerde regionale budget krijgen we ruimte om zaken als innovatie toch te realiseren. Ook maatwerkoplossingen die niet binnen een bestaande Nza-prestatie vallen, kunnen vanuit de regionale regelruimte worden gefinancierd. Daarmee creëren we echt toegevoegde waarde voor de klant,” aldus Jan Megens, manager Zorgkantoor Menzis.